Oftewel: Effectief Strijden!
Het zal toeval zijn maar in de afgelopen weken is mij opvallend vaak gevraagd of ik iets kan zeggen over het versterken van die competentie: Assertiviteit. Zelf spreek ik overigens liever van de competentie ‘effectief strijdend vermogen’.
Daaronder versta ik: Het vermogen om grenzen te stellen, die te bewaken en zo nodig te bevechten enerzijds en om je positie temidden van anderen stevig in te nemen en te behouden anderzijds.
Erg veel mensen blijken dat lastig te vinden en ja, daar kan ik wel iets over zeggen. Sterker nog, daar kan ik wel een hele dag over praten en dat ga ik doen ook!
Hier alvast de tien basisregels voor ‘effectief strijden’.
(Werkt trouwens ook als je wel assertief bent.)
1. Blijf trouw aan jezelf
Hoe denk je dat BOKITO zou reageren als een paar aapjes in zijn koninkrijk ook bokito-gedrag gingen vertonen? Juist, hij zou direct, hard en onverbiddelijk toeslaan. Trek je lip dus niet op als er geen scherpe tanden achter zitten. Zoek, vertoon en train alleen handelingsalternatieven die bij je natuurlijke talenten en eigenschappen passen. Wantrouw trainers die suggereren dat ze je assertiever kunnen maken dan je bent.
2. Neem je positie in (letterlijk)
Als je in voor jou lastige situaties verzeild raakt, zet je voeten dan stevig neer, probeer de grond te voelen en denkbeeldig ‘wortel te schieten’. Probeer het maar eens uit. Je zult zien dat je fysiek en mentaal een stuk lastiger van je stuk te krijgen bent.
3. Neem je positie in (figuurlijk)
Spreek je uit. Maak duidelijk waar je voor staat door hardop te zeggen wat je vindt, wat belangrijk voor je is, wat je wilt, etc. Veel mensen met een van nature beperkte assertiviteit vergeten dat eenvoudigweg, waardoor ze als vanzelf in een reactieve of defensieve rol terecht komen.
4. Vraag even stilte en aandacht (omdat je niet zo’n harde stem hebt)
Wist je dat mensen met een laag stemgeluid significant vaker gelijk of hun zin krijgen dan mensen met een hoge stem? Wist je dat mensen met een van nature lagere assertiviteit doorgaans een lichter en hoger stemgeluid hebben? Verlaag je eigen stem niet (punt 1) maar vraag iemand met een zware stem of die er even voor wil zorgen dat het stil wordt en blijft, zodat jij je kan zeggen wat je te zeggen hebt (punt 3).
5. Wijs je tuinhek aan
Als je gedrag dat jou niet aanstaat negeert of gedoogt, gaan mensen automatisch op zoek naar jouw ultieme grens (hoe gek kan ik doen voor jij je tanden laat zien). Negeer daarom niks. Benoem altijd je grens en zeg erbij dat de ander daar overheen gestapt is (“Daar staat een hek en jij staat aan de verkeerde kant”).
6. Zoek contact met de mens achter het gedrag (nádat je het tuinhek aangewezen hebt)
Vraag naar de beweegredenen van de ander. Waarom sta jij eigenlijk in mijn tuin? Waar ben jij nou eigenlijk zo boos over? Waarom doe jij wat je doet? Vraag door op het antwoord dat je krijgt en daarna nog een keer en nog een keer. Niemand trapt een deur in die vanzelf open gaat.
7. Toon begrip
Heb je genoeg vragen gesteld? Zeg dan dat je denkt dat je de ander wel begrijpt en dat je er even over na wilt denken? Daarmee geef je de ander geen gelijk en ook geen ongelijk. Je bent wel ‘on speaking terms’, de ander voelt zich gehoord en zal de volgende keer beslist minder genuanceerder inzetten.
8. Benoem wat je wel wilt zien (in plaats van het niet)
Doe een suggestie voor ander (positief) gedrag. Biedt de ander een positief alternatief en daarmee de mogelijkheid om je tuin (jouw ruimte) met opgeheven hoofd te verlaten.Als het heftiger wordt:
9. Benoem je eigen onmacht
Vaak is machtsvertoon en strijdbaar gedrag bedoeld om duidelijk te maken dat de ander sterker is dan jij. Als jij hardop zegt dat jij waarschijnlijk geen schijn van kans maakt als het op vechten aankomt, verliest machtsvertoon zijn functie en zal je opponent een toontje lager gaan zingen.
10. Kom er altijd op terug
Als belangentegenstellingen of meningsverschillen gepaard gaan met heftige emoties is het verstandig te eindigen bij punt 7: “Ik denk dat ik je wel begrijp”. Je bent ‘on speaking terms’ en meer zit er nu niet in. Kom er vervolgens altijd zelf als eerste op terug: “Zullen we het nog even over de situatie gisteren hebben?” Wedden dat je een beter gesprek hebt nu? Begin trouwens ook dan met het stellen van vragen en nooit met het ventileren van je eigen meningen, standpunten en frustraties.
Als bonus nog drie ‘Doe Niet’ tips:
1. Word zelf niet boos.
Vriendelijke mensen hebben zelden ruzie.
2. Blijf uit de competitie
Competitiedrang leidt tot ‘ja maar’ gedrag en daarmee tot verharding van standpunten, vaak tot patstellingen en soms escalatie van strijd. Bovendien schakel je je empathie uit, aangenomen dat je die bezit. Ga niet boksen tegen boksers, wordt aikido grootmeester met punt 6.
3. Stel geen sancties in het vooruitzicht (“als jij……dan……”)
Sancties zijn een vorm van ‘geleende macht’. Je verzwakt per definitie je eigen positie als je iemand of iets anders nodig hebt om mensen tot ander gedrag te bewegen. Natuurlijk zijn er situaties waarin je macht moet lenen (de politie moet bellen bijvoorbeeld), maar blijf daar zo lang als mogelijk bij weg en dreig (chanteer) de ander er in ieder geval nooit mee.