In een veranderende wereld, veranderen slimme organisaties mee. Er onstaan andere manieren om onszelf te organiseren. Waar vroeger mensen werden ingezet als productiemiddel of tot voor kort als ‘Human Resource‘ gaat het nu om de hele mens met zijn talenten, passies en toegevoegde waarde. De medewerker 3.0 is iemand die zichzelf is en niet een deel van zijn persoonlijkheid aan de kapstok hangt als hij de kantoortuin of de werkplaats binnenstapt.
De vraag is natuurlijk wat dan nog belangrijk is. Welke eigenschappen zijn essentieel om in deze nieuwe werkelijkheid goed voor de dag te komen. Wat voor mensen heb je nodig?
Bedrijven die zich tijdig aan wisten te passen zoals Finext en Effectory laten zien dat succes ontstaat als je mensen meer op een menselijke manier met elkaar laat samenwerken. Niet denken in functieomschrijvingen, maar kijken naar wat ieders talent is en wat hij kan bijdragen aan het grotere geheel.
Organiseren is een werkwoord, dus de vraag is niet meer: hoe gaan we een organisatie bouwen, maar hoe organiseren we onszelf zodat we maximale toegevoegde waarde kunnen leveren naar onze “klanten”?
Mijn voorspelling is dat meer en meer organisaties zichzelf opnieuw zullen uitvinden en andere vormen kiezen om samen te werken. Maar welke eigenschappen heb je nodig in deze toekomstige organisaties?
Eigenschap 1: Vakmanschap voorop
Zoals je kunt horen bij Finext en kunt lezen bij Effectory, maar ook in ons artikel over Nedap lees je dat het gaat het om dat medewerkers in eerste instantie een vak beheersen. Vakmanschap staat wat dat betreft op nummer één. Wat kan jij? Welk vak beheers jij? Waar ben je goed in? En een vak leer je niet alleen op school, maar ook van elkaar. Door handige programma’s te bouwen waarin je vakmensen leert hoe ze hun vakkennis over kunnen dragen aan hun collega’s zal een organisatie zelf meer en meer een plek zijn waar we onszelf kunnen bekwamen in ons vak. Scholen en/of universiteiten kunnen wel wat basisbagage meegeven, maar het echte vak leer je al doende is mijn opvatting. Mits daar binnen een organisatie de ruimte voor is.
Eigenschap 2: Goed kunnen samenwerken
De tweede eigenschap is de kunst van het samenwerken. De wereld wordt steeds ingewikkelder en we realiseren ons meer en meer dat je samen veel verder komt dan in je eentje. De kunst van het samenwerken wordt daarmee een belangrijke eigenschap. Dat vraagt iets heel anders dan het kunnen beheersen van een vak. Als er geen regels en procedures meer zijn, geen vaste taakomschrijving meer ligt, maar als het er vooral om gaat hoe je door slim en effectief samen te werken de goede dingen doet, dan lukt dat alleen als je de mensen de skills in huis hebben om ook daadwerkelijk samen te werken. Feedback geven is hierbij onder meer een belangrijke vaardigheid. Maar ook zicht hebben op belangrijke groepsdynamische principes is essentieel.
Eigenschap 3: Bij willen dragen aan het collectief
De derde eigenschap is de wil om iets te willen toevoegen aan het collectief. Het gaat dus niet meer om je eigen gewin, maar om het gezamenlijke gewin. Wat doe jij zodat we als collectief sterker zijn? Wat is jouw toegevoegde waarde? Dit vraagt de kwaliteit om verantwoordelijkheid te nemen. Maar het vraagt ook dat je de anderen gunt om te scoren. Net als in de muziek gaat het erom dat je soms de baspartij wilt spelen zodat anderen even een solo kunnen spelen. Mijn ervaring met succesvolle teams is dat de teamleden altijd gaan voor het collectieve resultaat en dat ze elkaar het succes gunnen. Mandela sprak in dit verband over Ubuntu. Een Zuidafrikaans woord wat zoveel betekent als: “ik ben omdat wij zijn”.
De faciliterende rol van de leidinggevende
Of het nu om een zelfsturend team gaat of om een team met een vaste leider. De rol van de leider is te faciliteren. Hij moet er voor zorgen dat ieder teamlid maximaal met zijn vak bezig kan zijn en zichzelf daarin blijft ontwikkelen. Daarnaast moet hij er voor zorgen dat mensen zich bewust zijn van hun toegevoegde waarde voor het collectieve belang. Hij moet ook in staat zijn om problemen in de samenwerking aan te pakken. En niet op zo’n manier dat hij het probleem op zijn schouders neemt, maar hij moet er voor zorgen dat het team gaat leren samenwerkingsproblemen op te lossen.
Kortom, vakmanschap, samenwerken en iets willen toevoegen aan het collectief zijn naar mijn mening belangrijke eigenschappen die je nodig hebt in toekomstige organisaties. Daarnaast blijft er voor de leidinggevende een belangrijke taak: zorgen dat ieder teamlid maximaal met zijn vak bezig kan zijn en zich daarin blijft ontwikkelen.