Gezocht: assertieve medewerkers!
Dit artikel is ook gepubliceerd op nieuworganiseren.nu.
Stel je voor dat je op een mooie maandagochtend op je werk komt en te horen krijgt dat de directie heeft besloten om alle functieomschrijvingen op te heffen. Bovendien wordt het traditionele organogram tijdens de lunchpauze ritueel verbrand en iedereen krijgt de mogelijkheid om de ruimte te pakken die hij of zij nodig heeft. Doe wat je wil doen. Met daarbij één regel: het moet toegevoegde waarde hebben voor jezelf en voor het collectief.
Wat ga je dan doen? Wat wil je dan doen? Zou jij om kunnen gaan met deze vrijheid? Welke plek neem je dan in?
Veel mensen klagen over de beperkingen van hun functie, ze zouden wel eens iets anders willen doen, maar tegelijkertijd biedt een functie, een plek in de hiërarchie ook de nodige basiszekerheid. Er wordt gesproken over dat we onszelf anders moeten organiseren. Nieuw Organiseren is aan de slag gaan met minder managers, minder hiërarchie en meer vanuit de liefde voor het vak. Maar kunnen we wel omgaan met die vrijheid? Ik betwijfel het. Vrijheid is ook niet alles. Althans, in het begin kan het behoorlijk onwennig zijn.
Die beweging is al lang begonnen
Kijk om je heen, of gewoon op de site van www.nieuworganiseren.nu, want in veel organisaties is men al lang bezig om vanuit andere manieren samen te werken. Om het werk te organiseren in plaats van een organisatie te ‘bouwen’ . Olifantenpaadjes vormen de structuur en niet langer de traditionele spreadsheet-paden en powerpoint-schema’s . Mensen krijgen meer en meer vrijheid om zelf te bepalen wat ze doen. En iedereen die duidelijk toegevoegde waarde heeft, mag blijven. Tijd dus om bij jezelf na te gaan wat jouw toegevoegde waarde is, of wat dat zou moeten zijn.
Gemeentes spreken in dit verband over duurzame inzetbaarheid; hoe blijven we fit-for-the-job? Vanuit P&A Talentontwikkeling trainen we leidinggevenden om resultaatafspraken te maken waarbij ze meer in dialoog zijn met de medewerkers, zodat iedere medewerker uiteindelijk aan kan geven hoe zijn bijdrage samenhangt met de ‘bedoeling’ van de totale organisatie.