Vertrouwen is goed, en controle is prima
In mijn werk leer ik mensen om beter leiding te geven en meer vanuit vertrouwen te handelen. Minder controleren, meer loslaten. Maar mag je dan helemaal niet meer controleren? Welnee, controleren is prima. Want zit de behoefte om te controleren niet in ons allemaal? Is het niet gewoon prettig om te weten waar je aan toe bent?
Ga maar na, de meeste hardlopers houden via een App bij hoe hard ze hebben gelopen en hoeveel kilometer ze hebben afgelegd. In onze auto’s zitten naast de snelheidsmeter nog veel meer meetinstrumenten om te monitoren hoe het gaat. Buiten is het koud, dat kan je voelen, maar je werpt toch even een blik op je thermometer. Als je kinderen naar buiten gaan kijk je onbewust toch even of ze een jas aan hebben en de goede schoenen. Als je bij een groen voetgangerslicht oversteekt loop je ook niet in blind vertrouwen naar de overkant.
In de basis is er dus helemaal niets mis met een beetje controle.
Bronnen van controle
Er zijn verschillende soorten controle. De behoefte aan controle kan gevoed worden vanuit vijf verschillende bronnen.
- Zorgzaamheid
- Nieuwsgierigheid
- Feedback/leergierigheid
- Angst
- Wantrouwen
De eerste drie zijn prima, de laatste twee niet. Ik zal dit hieronder verder toelichten.
Positieve bronnen van controle
1) Zorgzaamheid
Sommige controle wordt gevoed door zorgzaamheid. Daarom kijk je of je kind wel zijn jas dicht heeft. Je hebt het beste met je omgeving voor, je wilt voor ze zorgen. Ook op het werk zie je dat. “Gaat het goed met de voorbereiding van jouw presentatie?”, vraagt een leidinggevende aan zijn medewerker als hij haar nog tot laat achter de PC met PowerPoint bezig ziet. “Heb je genoeg vulzand?”, vraagt de bouwcoördinator als hij ziet dat het terrein wat verder is afgegraven dan gebruikelijk. Hij vraagt dit uit zorg. Het kan toch zijn dat ze iets over het hoofd hebben gezien en er is niks mis mee. Een beetje meedenken, een beetje zorgen voor elkaar.
2) Nieuwsgierigheid
Het lijkt wel of het vriest, maar je weet het niet zeker, dus kijk je toch even op de thermometer. “Hoeveel mensen komen er eigenlijk voor die pilot?” vraagt een leidinggevende. Hij heeft iets gedelegeerd, maar is toch wel benieuwd en betrokken. “Hoe ga je dat aanpakken?” vraagt de directeur aan zijn sectormanager. Hij is nieuwsgierig, want hij weet dat hij een slimme sectormanager heeft waar andere sectormanagers ook iets van kunnen leren. Het lijken controlevragen, maar de bron hierbij is nieuwsgierigheid of eventueel leergierigheid. Wederom helemaal oké.
3) Feedback
Als ik terugkom check ik mijn Runkeeper-App. Ik heb deze route al vaker gelopen en mijn recordtijd was 33 minuten. Ik ben nu wat langzamer begonnen en heb looptempo langzaam opgevoerd. Zou het effect hebben gehad? De App geeft mij hiervoor de feedback.
“Hoeveel extra kliks heeft de laatste nieuwsbrief die je hebt gestuurd uiteindelijk opgeleverd?” vraagt de marketingmanager aan zijn online marketeer. Het lijkt een controlevraag, maar hij is gesteld met als doel feedback te verzamelen over de geleverde prestaties. Doen we het goed? Wat kan er beter? Mits gesteld vanuit de goede intenties is er ook nu niets aan de hand.
Negatieve bronnen van controle
Maar het kan ook anders. Helaas wordt de behoefte aan controle nogal eens gevoed door angst of wantrouwen.
5) Angst
Als je oversteekt bij een groen licht dan is het toch altijd nog even handig om op te letten of er echt niets aankomt. Angst om aangereden te worden is prima in zo’n situatie. Maar er is ook veel angst dat vooral belemmerend werkt. Zo zijn er tegenwoordig mensen die niet meer naar grote concerten gaan omdat ze bang zijn voor een aanslag. Door vliegangst ontstond bij vrienden van ons een conflict in het gezin omdat hij niet durfde te vliegen, maar zij heel graag een verre reis wilde maken.
Angst is soms een goede raadgever, het waarschuwt ons voor mogelijke risico’s. Maar angst is heel vaak ook iets dat je zelf hebt gecreëerd. Angst voor het onbekende, angst om op te bek te gaan, angst om door de mand te vallen. Dus bescherm je jouw ego. Als je niet durft te vallen, leer je nooit lopen. Veel mensen leven helaas hun leven vanuit angst en verzekeringsbedrijven spelen hier natuurlijk graag op in.
Even terug naar angst op de werkvloer. “Heb je die klant wel teruggebeld?” vraagt een verkoopleider aan zijn verkoopbinnendienst collega. Hij is bang dat het niet is gebeurd waardoor de klant straks boos is. Het is een belangrijke klant en die willen ze natuurlijk niet verliezen.
‘Wie zorgt dat het goed komt?’, de titel van mijn nieuw te publiceren boek refereert eigenlijk een beetje naar angst. Je wilt eigenaarschap aanwakkeren bij je medewerkers. Maar hoe weet je zeker dat als je het loslaat, dat het dan ook echt goed komt? DAT WEET JE DUS NOOIT ZEKER! Wat je wel zeker weet is dat zolang jij vanuit angst nog gaat zitten controleren voelt de klus nog steeds alsof hij van jou is en niet van de ander. Dan ontstaat er dus geen eigenaarschap bij die ander.
6) Wantrouwen
Wantrouwen is ook een vorm van angst, maar dan is het gericht op de persoon. Je kunt iemand vragen om een klus op zich te nemen en bang zijn dat het niet goed gaat. Dan is angst de voedingsbron van je neiging om te controleren. Je bent bang dat de ander er maar een potje van maakt. Dat hij zijn taak niet serieus neemt of dat hij er zelfs op uit is om de boel in de soep te laten lopen. Dan is wantrouwen aan het werk. Wantrouwen is grote twijfel hebben aan de goede intenties van de ander. En die ander voelt dat overigens direct.
Als je de mensen met wie je samenwerkt niet vertrouwt dan heb je een zwaar leven en moet je jezelf afvragen of je daar nog wel mee wilt samenwerken. Het kost bergen met energie om steeds op je hoede te moeten zijn. Je moet alles controleren en daar kan je heel erg druk mee zijn. Als je iemand wantrouwt dan is er geen enkele voedingsbodem voor eigenaarschap aanwezig. En in een omgeving waarin wantrouwen aanwezig is, kiezen de mensen vooral voor zichzelf want andere opties zijn er niet.
De conclusie: Vertrouwen is goed, en controle is prima
Mits die controle is gebaseerd op positieve bronnen en niet op angst of wantrouwen. Wil je eigenaarschap zien, ga dan met je eigen angst aan de slag en durf te vertrouwen op de goede intenties van de mensen om je heen.
Bovenstaande tekst is afkomstig uit het hoofdstuk over vertrouwen. Eén van de randvoorwaarden voor eigenaarschapvoorwaarden voor eigenaarschap op de werkvloer. Het is een preview uit het boek: Wie zorgt dat het goed komt? – hoe je eigenaarschap kunt vergroten in jouw team.